Ajax is zijn Champions League-campagne begonnen met een teleurstellende 0-2 nederlaag tegen Inter. De Italiaanse topclub was in de Johan Cruijff ArenA te sterk dankzij twee identieke kopbaldoelpunten van Marcus Thuram uit corners van Hakan Calhanoglu.
Trainer John Heitinga koos voor een opstelling met Youri Baas, Davy Klaassen en Oliver Edvardsen in de basis, terwijl Josip Sutalo, Oscar Gloukh en nieuwkomer Kasper Dolberg op de bank begonnen. Bij Inter stonden de Nederlanders Denzel Dumfries en Stefan de Vrij in de startelf.
Ajax begon energiek met hoge druk, maar creëerde weinig echte kansen. Anton Gaaei probeerde het van afstand, maar schoot hoog over. Inter kreeg de beste mogelijkheden via Thuram, die na balverlies van Edvardsen rakelings naast schoot. Een vermeende penalty voor Inter werd na VAR-interventie terecht geannuleerd wegens voorafgaande overtreding van Thuram zelf.
De beste Amsterdamse kans was voor Mika Godts, die door Edvardsen werd diepgestuurd maar in de één-tegen-één op keeper Yann Sommer stuitte. Kort daarna sloeg Inter toe: Thuram knikte een corner van Calhanoglu bij de eerste paal binnen (0-1).
Na rust herhaalde het scenario zich vrijwel direct. Wederom was het Thuram die een Calhanoglu-corner inkopte voor de 0-2. Owen Wijndal voorkwam met een tackle dat Dumfries de score verder uitbreidde.
In de 63e minuut maakte Dolberg zijn rentree bij Ajax toen hij inviel voor Wout Weghorst. Ondanks late wissels met Raúl Moro en Gloukh kwam Ajax niet meer in de buurt van een treffer. Een valse start in Europa voor de Amsterdamers.