Na de uitschakeling van Ajax in de KNVB-beker en Europa League lijkt het kampioenschap dit seizoen ook buiten bereik te raken. De wedstrijd tegen FC Groningen afgelopen woensdag, waarin Ajax in blessuretijd verloor door een doelpunt van Thijmen Blokzijl na een fout van Josip Sutalo, markeerde dit keerpunt. Ondanks deze teleurstelling nuanceert De Telegraaf-verslaggever Mike Verweij de kritiek op de Amsterdamse club. Hij wijst erop dat het behalen van een directe plaats in de Champions League – een financiële meevaller van circa vijftig miljoen euro – nog steeds een grote prestatie is waar andere topclubs als Feyenoord, FC Utrecht, AZ en FC Twente jaloers op zouden zijn.
Ajax begon het seizoen met beperkte middelen en haalde onder meer Bertrand Traoré, Daniele Rugani en Wout Weghorst binnen, terwijl technisch directeur Alex Kroes komende zomer vanwege een beter budget de selectie kan versterken zonder dat eerst spelers verkocht hoeven te worden. Dit moet bijdragen aan het versterken van de ploeg, die dit seizoen vooral tekortkwam in vergelijking met de sterke selectie van PSV. Ajax behaalde weliswaar twaalf punten uit de onderlinge duels met PSV en Feyenoord, wat hoop gaf op de titel, maar de recente nederlaag heeft die kansen vrijwel weggevaagd.
Hoewel de landstitel waarschijnlijk niet gehaald wordt en het vorige seizoen met een vijfde plaats al tegenviel, is Ajax volgens Verweij toch een van de winnaars van het seizoen door het veiligstellen van Champions League-voetbal. Dit resultaat biedt niet alleen een financiële buffer, maar ook een solide basis voor de toekomst, zeker met het oog op de aankomende transferperiode waarin de club sterker wil terugkomen.